Motorrijbewijs (A)
Om het aantal motorongelukken te verminderen, zijn in heel Europa de motorpraktijkexamens veranderd.
Je wordt in meer bijzondere verrichtingen getoetst dan voorheen.
Zo moeten de kandidaten nu niet vier, maar zeven bijzondere verrichtingen uitvoeren.
Door die uitbreiding is het motorpraktijkexamen gesplitst in tweeën:
- examen voertuigbeheersing
- examen verkeersdeelneming
En om motorrijders te leren zich goed te beschermen, gelden er eisen voor de kleding op het praktijkexamen.
Kledingeisen
U bent natuurlijk verplicht om een goedgekeurde helm te dragen. Het beste is een helm die licht is van kleur of die is voorzien van (retro-reflecterende ) kenmerken die ervoor zorgen dat u goed opvalt in het verkeer.
- U gebruikt bij voorkeur een vorm van oogbescherming, zoals een helmvizier, motorbril of (zonne)bril.
- U draagt hoge schoenen of laarzen die de enkel bedekken.
- U draagt handschoenen of wanten die de hand bedekken en zoveel mogelijk ook het polsgewricht.
- U draagt kleding waarvan de broek de benen bedekt. De jas moet het bovenlichaam en de armen helemaal bedekken. Broek en jas mogen één geheel vormen.
Algemeen geldt dat u bij voorkeur kleding draagt die speciaal bedoeld is voor motorrijders. De uitrusting moet in ieder geval stevig genoeg zijn om u te beschermen als u valt of bijvoorbeeld de hete uitlaat van de motorfiets raakt. Ook heeft uw kleding bij voorkeur retroreflecterende eigenschappen of andere kenmerken die ervoor zorgen dat u goed opvalt in het verkeer. Tot slot moet de kleding u voldoende beschermen tegen de weersomstandigheden tijdens het examen.